Stekelnootje (Acaena) – Alles over het planten & verzorgen van stekelnootje

Acaena, in Nederland beter bekend onder de naam stekelnootje, is een geliefd plant in Nederlandse tuinen. Hoewel stekelnootje van oorsprong voornamelijk op het zuidelijke halfrond voorkomt, hebben diverse cultivars zich in Nederland gevestigd. De plant wordt in de tuin voornamelijk toegepast als groenblijvende bodembedekker. Indien je er meerdere naast elkaar zet vormen ze zich naast elkaar als een tapijt. Tevens valt er erg leuk te combineren met de plant. De naam stekelnootje komt niet zomaar uit de lucht vallen; na de bloei komen er stekels uit de bolvormige vrucht tevoorschijn. Deze vallen nog meer op dan de bloemen zelf. 

Acaena soorten

Stekelnootje is onderdeel van de rosaceae familie. Over heel de wereld komen meer dan 60 verschillende soorten voor, waarbij er ook nog diverse cultivars zijn. Binnen Nederland komen deze soorten echter nagenoeg niet in het wild voor. Niet elk soort is geschikt voor Nederlands klimaat, maar acaena kent gelukkig genoeg soorten die het wel goed doen binnen Nederlands klimaat. De bekendste soorten die in Nederlandse tuincentra’s aan worden geboden zijn de acaena ‘Buchananii’, acaena ‘Microphylla’ en acaena ‘Magellanica’. Deze zijn alle drie goed geschikt voor Nederlands klimaat. 

Acaena ‘Buchananii’

De acaena ‘Buchananii’ is de kleinste soort, de plant wordt meestal maar vijf centimeter hoog. De plant heeft een grijsgroen blad met gekartelde randjes en bloeit wit. De plant is winterhard en wintergroen en kan erg leuk worden toegepast als groenblijvende bodembedekker. De plant kan zowel in halve schaduw als volle zon geplaatst worden. Ook kan die goed tegen droogte en hitte, waardoor die veelzijdig toegepast kan worden. De kenmerkende vruchtjes met stekels erin komen meestal pas tevoorschijn in de nazomer na zijn bloei. 

Acaena ‘Microphylla’

De acaena ‘Microphylla’ is het meest populair binnen Nederland. De plant wordt iets hoger dan de buchananii, ongeveer tien centimeter hoog. De plant heeft een rode bloeikleur en bloeit in juni, juli en augustus. In tegenstelling tot de buchananii gedijt deze plant het best in de volle zon alleen. De acaena ‘Microphylla’ is vooral geliefd omdat die het onkruid weert op de plaatsen waar die staat. De plant komt het best tot zijn recht in grote plantvakken. 

Acaena ‘Magellanica’

De acaena ‘Magellanica’ is de grootste soort en wordt zo’n tien tot vijftien centimeter hoog. De plant heeft een groen blad en bloeit blauw groen. Net als de andere is deze ook bodembedekkend en wintergroen. De plant gedijt het best op een bodem die goed doorlatend is in de volle zon. De acaena ‘Magellanica’ is een snelgroeiend soort, wat ervoor zorgt dat je erg snel al kunt genieten van de plant. De plant doet het goed in de border, maar kan uitstekend op rotsen groeien. Het is daarom een uitstekende plant voor een rotstuin. 

Stekelnootje planten

Stekelnootje is een plant die veelzijdig ingezet kan worden. Ze kunnen zowel in half-schaduw als volle zon geplaatst worden en kunnen goed tegen droogte en hitte. De beste standplaats stekelnootje voor de meeste soorten is echter wel de volle zon. Stekelnootje stelt niet veel eisen aan zijn grond en groeit bijna overal goed op. Wel is het belangrijk dat het een goed doorlatende grond is, de plant houdt er namelijk niet van langdurig nat te staan. Indien je er meerdere naast elkaar wilt plaatsen dien je een minimale afstand van 25 centimeter te houden tussen elke plant. Dit betekent dat je er maximaal 12 per vierkante meter kunt plaatsen. 

Maak een plantgat ter grootte van de pot van de plant. Zorg bij het aanplanten dat je grond goed los zit. Indien de grond niet goed los zit schieten de wortels minder goed uit waardoor de plant zich moeilijker op zijn nieuwe plek kan settelen. Plantgat eenmaal gemaakt kan je wat bodemverbeteraar bij de grond toevoegen voor extra groeikracht. Vervolgens verwijder je de pot voorzichtig en zet je de plant in het gemaakte plantgat. Hoewel stekelnootje goed tegen droogte kan, is het verstandig om hem in de eerste twee weken na aanplanting elke dag een klein beetje water te geven. 

Wanneer stekelnootje planten

Stekelnootje wordt meestal in pot gekweekt en geleverd, waardoor je hem vaak heel het jaar door kunt planten. De beste periode om hem te planten is echter vlak na de vorst of tijdens de herfst. In deze periodes beschikt de plant over genoeg tijd om goed zijn wortels te schieten en zichzelf te settelen op zijn plaats. 

Stekelnootje verplanten

Hoewel het niet ideaal voor de plant is, kom je er soms niet onderuit dat je de bodembedekker moet verplaatsen. Gelukkig levert dit over het algemeen geen problemen op; stekelnootje overleeft het bijna altijd gemakkelijk. De beste periode om stekelnootje te verplanten is aan het einde van de winter, vlak na de vorst. Het kan ook na zijn bloei, maar dan moet je hetgeen missen wat stekelnootje juist zo opvallend en mooi maakt; de bollige vruchten met stekels erin. Deze komen namelijk pas na de bloei tevoorschijn.  

Stekelnootje verzorging

Stekelnootje is een erg onderhoudsvriendelijke plant, waar je gelukkig niet veel omkijken naar hebt. Als die eenmaal op zijn juiste standplaats in halfschaduw of volle zon plaatst kan je hem vaak rustig aan zijn lot overlaten. Wel kun je jaarlijks de grond wat extra bemesten met een bodemverbeteraar, zodat die genoeg voeding binnen blijft krijgen. Ook heeft de plant niet veel water nodig om te overleven. Alleen in langdurige droge periodes is het verstandig om de plant een extra handje te helpen en een klein beetje water te geven. De plant hoeft niet gesnoeid te worden. Wel kun je indien het oppervlakte van de begroeiing te groot wordt overtollige stukken weghalen. 

Is stekelnootje winterhard?

Voor nederlands klimaat is stekelnootje gematigd winterhard. Alle soorten kunnen temperaturen van -10 °C tot -15 °C aan, maar bij vorst kan er vorstschade optreden. Wil je er 100% zeker van zijn dat de plant de winter doorkomt zonder schade, is het verstandig de plant af te dekken. Dit kan je het best doen met een beschermhoes voor planten.  

Stekelnootje vermeerderen

Stekelnootje laat zich gemakkelijk vermeerderen. Indien je er veel langs elkaar legt kan je er een zogenoemd tapijt vormen van stekelnootjes naast elkaar. Dit een erg leuk alternatief voor een gazon. Er zijn meerdere manieren om stekelnootje te vermeerderen. Je kunt ze zaaien, stekken of scheuren. De gemakkelijkste manier is echter om de plant te scheuren. Dit zorgt er ook nog eens voor dat je de plant jong houdt. Je kan de plant het best tijdens het voorjaar scheuren, maar ook tijdens de herfst is het mogelijk. Zorg er wel voor dat de grond goed droog is als je aan de slag gaat. Je scheurt stekelnootje als volgt:

  • Graaf de plant uit de grond
  • Deel met een scherp mes de plant op in een of meerdere stukken. Zorg ervoor dat je hierbij voorzichtig te werk gaat zodat je de plant niet beschadigt.
  • Kies de stukken die er het best uitzien uit en plant deze weer in de grond
  • Geef de plant(en) de eerste twee weken een klein beetje water om de groeikracht te stimuleren. Ook kan je wat bodemverbeteraar aan de grond toevoegen. 
  • Geniet van hoe je stekelnootje in in de zomer weer tot bloei komt!

Stekelnootje combineren

Stekelnootje kan veelzijdig gebruikt worden, wat het een hele interessante plant maakt. Doordat de plant ook op rotsen en grind kan groeien is het de ideale toevoeging voor een rotstuin. Ook kun je een heel tapijt maken van stekelnootje, zodat je een groot oppervlakte ermee vult. Maar uiteraard valt die ook te combineren met andere planten, zowel in een border als losstaand in de tuin. Enkele planten waar stekelnootje erg leuk mee combineert in een border zijn:

  • Siergrassen
  • Aar-ereprijs (Veronica spicata)
  • Voorjaarsbollen
  • Veronica struik (hebe)

Stekelnootje past ook uitstekend in een rotstuin. Enkele planten waar stekelnootje erg leuk mee combineert in een rotstuin zijn:

  • Wildemanskruid (Pulsita vulgaris)
  • Huislook (Sempervivum)
  • Blauwe gentiaan (Gentiana)
  • Randjesbloemen (Aubrieta)